​​​​​​​Mijn ogen speurden de nachtelijke onderwaterwereld af die zich in het licht van onze lampen openbaarde. Tussen de waterplanten, grote stukken puin en resten van bomen en takken ontdekte ik de eerste paling. Een tweede exemplaar volgde snel, gevolgd door een wolhandkrab en veel zoetwaterkreeft. Ik keek opzij en draaide mijn lamp in het rond. Het signaal werd alert beantwoord.
​​​
De nachtduikcursist was netjes naast me blijven zwemmen en het was duidelijk dat haar duikvaardigheden flink waren verbeterd sinds de openwatercursus afgelopen lente. Ik tuurde even in de duisternis, buiten onze bubbel van licht. De donkerte, waarin van alles verstopt kon zitten, bezorgde me een unheimisch gevoel. Snel verkoos ik weer de verlichting van onze lampen en zette de speurtocht voort.
Ineens zag ik iets in een flits voorbij komen. Ik bracht mijn lichtstraal terug in de richting waar ik iets gezien meende te hebben. Bewegingsloos hangend in een kleine inham, verstopt tussen de waterplanten, keek een grote kop in onze richting. Ik stootte mijn cursist aan en wees in de richting van het beest. Ze plaatste haar lichtbundel naast die van mij, maar het lichaam van de vis bleef verstopt achter zijn grote kop. Na kortstondig in het spotlicht te hebben gestaan, kwam het dier in beweging. Eerst draaide hij, waardoor zijn lange lichaam nu wel te zien was, daarna begon hij te zwemmen. Het leek er op dat de grote roofvis ons pad wilde doorkruisen, maar al snel begon hij een steeds scherpere bocht te beschrijven en zwom in onze richting . Vlak voor ons boog hij iets af en passeerde rakelings langs mijn linkerzij, waarna het beest in het donker verdween. 
Het lichte oncomfortabele gevoel begon weer op te spelen; nu wist ik zeker dat er iets verstopt zat in de duisternis. We keken beiden in de richting waar de jager heen gezwommen was en gebaarden naar elkaar dat we geen benul hadden waar hij was gebleven. Met onze ogen op het duister gericht zwommen we verder. 
Opeens voelde ik iets tussen mijn benen doorglijden. Ik keek onder me en stootte tegen iets aan dat snel vooruit schoot. De meter van mijn manometer begon zichtbaar terug te lopen, toen ik mij realiseerde dat er zojuist een grote roofvis tussen mijn benen door was gezwommen. 
Het prachtige en indrukwekkende beest zou die nachtduik nog zo’n twintig minuten bij ons blijven, steeds maar weer zwemmend in het licht van onze lampen, totdat hij een snoekduik nam, iets van de bodem greep en definitief verdween in de nacht.
Back to Top